Als trotse bezitster van een Kever cabriolet (uit 1978) werd ik onmiddellijk geïntrigeerd door het verschijnsel Käferbohne. Keverbonen? Nooit van gehoord. Maar tijdens mijn recente bezoek aan de Oostenrijkse regio Steiermark werden ze werkelijk overal geserveerd. Grote, paarsbruine, bijzonder smakelijke bonen. Steevast in combinatie met de al net zo onvermijdelijke Kürbiskernöl (pompoenpitolie, ik schreef er al eerder over) en flinterdun geschaafde danwel grof geraspte rettich. Een werkelijk ongehoord fijne traktatie.
Nieuwe Wereld
Hoe zit het met die boon? In de zestiende eeuw kwam hij op onnavolgbare wijze vanuit de Nieuwe Wereld in Oostenrijk terecht, en daar werd hij vooral in Steiermark omarmd. Intussen komt nagenoeg de complete landelijke productie uit deze zuidoostelijke regio. heden ten dage valt de peulvrucht werkelijk niet te missen, niet alleen vanwege zijn fikse formaat (makkelijk 3 cm lang) maar vooral vanwege het feit dat hij bij elke maaltijd in elke Buschenschank op tafel komt.
Phaseolus coccineus
Volgens Wikipedia heet ‘ie de Phaseolus coccineus, maar op Nederlandse websites kom je dan uit bij de pronkboon alias Roomsch Boonke en die ziet er echt anders uit. Toch? Enfin, wie het weet mag het me graag zeggen! Naar plaatselijk gebruik moet je de gedroogde boon 12 uur weken en dan anderhalf à twee uur koken met een laurierblaadje. Verder niks. Zo blijkt maar weer: de lekkerste dingen zijn vaak reuze simpel. Morgen een recept!