Het is even lastig uitspreken, maar geloof me: na drie dagen in Oostenrijk komt de tongbreker Buschenschank vloeiend je mond uit. Maar wat is het? Een typisch fenomeen uit de regio Steiermark: een soort proeflokaal waarin een boer – gewoonlijk een wijnboer danwel vruchtenbomenboer – zijn zelfgemaakte producten serveert. Keizer Josef II heeft ooit in zijn onnavolgbare wijsheid besloten dat de boer in kwestie uitsluitend koude gerechten en dranken mag serveren, en die houdt zich daar nog steeds keurig aan. Alhoewel ik er ook bij eentje kwam waar heerlijk sappig en nog warm varkensvlees op tafel kwam. “Als het maar enigszins afgekoeld is, dan mag het” verklaarde de eigenaar schouderophalend.
Proeflokaal
Koffie en thee is uitgesloten. Bier vind je er ook al niet. Wel wijn en zelfgemaakte vruchtensappen, al dan niet aangelengd met (bruisend) water. Café-restaurant is dus niet de juiste benaming. Het is meer een proeflokaal waar de boer zijn wijn schenkt, en waar je wat te eten bijkrijgt. Dat bestaat gewoonlijk uit een Brettljause of kortweg Jause: een assortiment vleeswaren en kaas op een rustieke houten plank. De heerlijke worstjes, salami en hammen zijn vaak zelfgemaakt, net als het stevige boerenbrood.
Niet voor vegetariërs
Een vast item op tafel is het schaaltje Kren (geraspte mierikswortel) die ruimhartig over de vleeswaren gestrooid dient te worden. Ook zijn er steevast verschillende Aufstriche: smeersels bestaande uit jonge kaas met kruiden, maar ook Schmalz (reuzel) of – bijzonder lekker – Gammelschmalz (reuzel met knapperige spekjes). Nee, vegetariërs hebben hier het nakijken. Al worden de schalen gewoonlijk wel vrolijk versierd met tomaat, hardgekookt ei en wat boomgaardfruit. En een salade met reusachtige Käferbohne (waarover later meer), rettich en de onvermijdelijke Kürbiskernöl hoort er ook altijd bij.
Gemütlich
Buschenschenken zijn razendpopulair voor zowel lunch als diner en je vindt ze werkelijk overal. Het interieur is steevast rustiek te noemen, sehr gemütlich met veel blank hout en met stof beklede zitbanken. Aan de muur diverse pittoreske parafernalia. Ach, je moet ervan houden. Daarentegen is er vaak een heerlijke tuin bij, waar je je al dan niet onder de kersenbomen waant als god in Frankrijk. Eh, Oostenrijk.