Foodbloggers zijn dol op eten en kunnen daar úren over doorzagen. Neem nou asperges: wat is de ideale bereidingswijze? Op twitter raakte men er niet over uitgepraat. Dat vraagt om een praktijktest, vond collega Edith Dourleijn (alias Eediete). Zij regelde prachtige asperges bij haar Brabantse buurman, een fraaie testlocatie met 8 kloeke fornuizen en een bosje schrijvende eetcollega’s annex aspergeliefhebbers.
Maar liefst tien verschillende aspergekookmethodes gingen we testen:
1. Koken A: 15 minuten koken
2. Koken B: 15 minuten koken maar dan met dagverse asperges
3. Koksmethode A: 3 minuten koken, 20 minuten nagaren
4. Koksmethode B: asperges opzetten in koud water, 3 minuten koken, 20 minuten nagaren
5. Konfijten: 35 minuten in zonnebloemolie op 90°
6. ‘Konfijten’ in water: 35 minuten in een waterbad op 90°
7. Stomen: 30 minuten in stoommandje
8. Vacuüm: geseald in plastic 10 minuten in kokend water
9. Magnetron: 10 minuten, niet nagaren (de Johannes van Dam methode)
10. Koken C: 15 minuten koken in water waarin aspergeschillen hebben getrokken
Nee je kunt niet zeggen dat we er ons met een jantje van leiden afmaakten. Ieder kreeg een methode voor zijn kiezen, ik twee, omdat ik zonodig methode 10 wilde toevoegen. Fluks aan de slag.
Iedereen kreeg 5 asperges, die uiteraard eerst zorgvuldig geschild dienden te worden. Er werd afgezien van zout, om beter te kunnen vergelijken. Daarna toog iedereen aan zijn toegewezen bereidingswijze, waarbij de bedoeling was dat we allemaal precies om 21.10 uur klaar moesten zijn.
Intussen trakteerde Fanny Drabbe (@rooieinwijn) op een wittewijnproeverij, want asperges koken is vooral ook wachten naast de pan tot ze klaar zijn.
Het eindresultaat: 10 bordjes. Onee, eerst in stukjes, anders proeft het zo lastig.
Soft versus hard
Maar toen werd het pas echt lastig. Een heel enkele asperge bleek ineens (onopgelost mysterie) bitter. Ook proefde ik twee gronderige stukjes asperge (onopgelost mysterie 2). Verder bleek de gewenste mate van gaarheid een heikel punt van discussie. Grofweg heb je de rauwe types (hoe harder hoe beter) en de softies (een asperge hoort zacht te zijn, maar niet pruttig). Ik zit in het softe kamp, dus de stevige asperges (nummer 3, 4 en vooral 9) vielen af. De grote verliezer was nummer 9, de magnetronmethode. Die asperges waren ronduit niet gaar. Maar ik kan me met geen mogelijkheid voorstellen dat Johannes van Dam zich vergist, dus we hebben ergens iets fout gedaan. Maar wat?
Waterig
Ook bleek duidelijk dat 15 minuten flink borrelend laten koken (we hadden nogal grote gaspitten in deze keuken) zoals bij methode 1 en 2 nogal waterige asperges opleveren. Die uit de waterbak idem dito, ondanks de zorgvuldige 90°. De gekonfijte asperges uit de olie vielen ondanks alle hoge verwachtingen een beetje tegen. Er was niks mis mee, maar je viel ook niet van je stoel van gelukzaligheid. De stoomversie was ook niet heel uitgesproken: iets te lang gekookt en niet uitgesproken smaakvoller dan anders. Dat gold daarentegen wel voor nummer 10: die waren weliswaar ook iets te zacht (ook hier weer het probleem van de grote gaspitten), maar de meegetrokken aspergeschillen bleken toch echt bij te dragen aan de smaak. Altijd fijn om je gelijk bevestigd te zien 😉
Maar, eerlijk is eerlijk, de meeste andere stemmen gingen naar de vacuümmethode. Maar die vond ik een tikje te stevig, en ik had zo’n eerder genoemd gronderig smakend exemplaar wat de pret nogal drukte.
Slotconclusie:
Vieze asperges zaten er niet tussen, maar ze waren dan ook allemaal vers en afkomstig van een gerenommeerde aspergeboer. Verder waren ze even liefdevol als zorgvuldig geschild, dus ook daar kon niets meer misgaan. De meningen liepen vooral uiteen wat betreft de gewenste mate van al dente. Of iedereen nu drastisch zijn eigen favoriete methode gaat omgooien vraag ik me af. Maar je moet maar even bij mijn schrijvende collega’s (Eediete, Eetschrijven, RozeMarijn, Vegatopia-Tertia, Klary Koopmans, Eke Mariën) nalezen of die er hele andere conclusies uit hebben getrokken…