Ik word bedolven onder de persberichten van goedbedoelende fabrikanten. Maar persberichten overtypen, daar zijn andere kanalen voor. Ik schrijf pas over dingen wanneer ik ze zelf aan den lijve ondervonden heb en liefst dan ook nog uitsluitend wanneer ik er enthousiast over ben. Ook voor afzeiken zijn immers legio andere kanalen.
Piepjonge firma
Neem nou messen. Ik heb natuurlijk al een blok vol, en onlangs ging ik geheel voor de bijl voor een fraai molenmes waar ik nog elke dag gelukkig mee ben, maar een authentiek Japans handgemaakt mes? Nee, dat had ik nog niet. De firma Nipponblades is nog piepjong en wordt gerund door de broers Koen en Thijs Wolters. Ze wilden me best een mes uitlenen. Kijk, da’s nou sympathiek.
Springende groente
Toen ik het mes eenmaal in de bus vond, begreep ik niet dat ze het aandurven om hun messen uit te lenen. Sterker nog, ik durfde er niet eens mee te snijden. De eerste twee weken heb ik er uitsluitend bewonderend naar gekeken. Het begint al bij de doos met Japanse haiku waarvan je op de website de vertaling kunt opzoeken. Het mes zelf zit gewikkeld in een Japanse krant, en wat voor een mes! Een achthoekig houten handvat met een prachtig moiré lemmet. En akelig scherp. Als je het mes náást de groente legt, zie je die al een stukje opzij springen van schrik.
Zoeven
Maar goed, een mes is om mee te snijden, dus uiteindelijk moest het er toch van komen. Om de vergelijking een beetje eerlijk te houden had ik mijn bestaande messen eens op een slijpbeurt getrakteerd, maar zelfs dan is de competitie oneerlijk. Het Japanse mes zoeft dat het een lieve lust heeft. Van een sjalotje tot een complete rosbief uit de oven, van winterpeen tot andijvie. Zelfs brood snijden gaat perfect, beter dan met zo’n gekarteld broodmes.
Achthoekig handvat
Alleen dat achthoekige handvat is even wennen, het ligt niet erg ergonomisch in de hand zoals je gewend bent van messen. Elke keer als je het mes oppakt valt dat weer op. Wel is het lekker licht, net als het molenmes, hoewel dat laatste als nadeel heeft dat het metalen lemmet snel verkleurt. Het Japanse lemmet niet, dat blijft na diverse snijsessies, ook met citroenen, even fraai moiré, alsof het net uit de doos komt.
Ambachtsman
Ik heb het even voor u opgezocht. Dat effect wordt bereikt met de zogenaamde ‘damascus-techniek’. Het mes wordt gemaakt van VG-10 staal, naar verluidt een zeer harde soort. Bij verhitting tot 1300 graden wordt het echter zacht. De staalmoleculen gaan dan door elkaar jojoën, maar terwijl messenmaker Hiroshi Katou (derde generatie ambachtsman uit Fuji) er met een pneumatische hamer op slaat, smelten ze samen. Het zachte materiaal dat overblijft wordt een aantal keer gevouwen, waardoor je dat patroon van laagjes krijgt. Ach, wat zou ik hem graag eens aan het werk zien.
Is er nog een nadeel aan het mes? Eh ja, de prijs. 165 euro is een flinke uitgave. Maar goed, voor een kunstwerk valt het wel weer mee.
Meer info: Nipponblades.nl