In huize Koken met Karin wordt niks weggegooid. Althans, niks eetbaars. Maar ik ben wel vaak de deur uit, dus dan kan het zomaar gebeuren dat ik ineens een halve bloemkool tegenkom in de koelkast, overgebleven van de bloemkoolsoep van vorige week en daarna prompt vergeten. Wat doe je daarmee? Beignets maken. Of fritters, als je meer Angelsaksisch bent ingesteld. Voor Japanologen: tempura. Een lekker vegetarisch voorgerecht of borrelhapje.
Een fluitje van een cent! Bloemkool in (niet te grote) roosjes verdelen. 1 volle dessertlepel kerriepoeder (ik had Madras) mengen met 6 eetlepels bloem, plus zout en peper. Vervolgens net zoveel bruisend bronwater toevoegen tot je een yoghurtdik geel papje hebt. Schep daar de bloemkoolroosjes goed doorheen. Te dun? Beetje bloem erbij strooien, het papje moet goed plakken rondom de roosjes.
Plantaardige olie verhitten in een pan. Dat hoeft niet in een frituurpan, ik neem gewoon een stevige steelpan. Hoe kleiner de pan, hoe minder olie erin hoeft. Dat scheelt weer. Als een erin gegooid broodkruimeltje flink begint te bruisen en borrelen, is de olie heet genoeg. Bak de bloemkoolroosjes in porties, een minuutje is genoeg, en schep ze eruit met een schuimspaan. Laat uitlekken op keukenpapier. Lekker met een kruidige yoghurtdip van yoghurt, fijngehakte koriander, peper en zout. Maar ik had geen yoghurt meer in huis, wel Japanse wasabi-mayonaise. Ook heel lekker.