Dilemma. Het is hartje winter en ik wil toch echt hoognodig een aardbeientoetje uitproberen voor mijn nieuwe kookboek Zonder pakjes & zakjes. Wat is wijsheid? Zelfs de groentejuwelier heeft alleen oneetbare bonken van ver in de aanbieding. Maar gelukkig is daar de diepvries. De natuurwinkel blijkt prachtige kokertjes te hebben vol los ingevroren aardbeitjes. Mooie kleine knalrode winterkoninkjes zijn het, die tijdens het ontdooien het hele huis doen geuren naar zomer. Eenmaal in ontdooide vorm zijn ze trouwens een stuk minder stoer, maar een beetje treurig ingedeukte zachte dingetjes. Dat maakt echter niet uit, want ze gaan toch door de mixer en daarna in de aardbeienpudding.
Spaanse bonken
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ook de gewone grootgrutter aardbeien in diepvriesdoosjes verkoopt. Maar dat bleken de welbekende Spaanse bonken: weliswaar groot en rood, maar van binnen nog wit. En een béétje aardbeienliefhebber weet: witte aardbeien kunnen nooit lekker wezen. Inderdaad. Ook in ontdooide toestand roken of smaakten ze niet noemenswaardig naar aardbei. En ze zaten ook al niet in van die kekke kokertjes, waarmee ik intussen een compleet kinderkoor van zelfgemaakte sambaballen kan voorzien.
Diep gezucht
De natuurwinkel bij mij om de hoek moet zich zo langzamerhand aan het afvragen zijn waar ze die enorme omzetstijging op aardbeiengebied aan hebben te danken. Ik heb namelijk al talloze aardbeipuddingvarianten achter de rug. Met drank, zonder drank. Met munt, zonder munt. Met meer of minder slagroom. Als pronte pudding of als uitschepbare mousse. Met 4, 6 of 8 blaadjes gelatine. Het is zo erg dat er bij mij thuis nu al diep gezucht wordt als ik alwéér een aardbeienpudding als toetje aankondig. Maar het einde is in zicht. Alleen dit weekend nog miniaardbeienpuddinkjes maken. Daarna hou ik ermee op, tot het echte aardbeienseizoen met lentelambada’s weer is aangebroken…