Gisteravond heb ik Weense gehaktballen leren maken. Nou ja, officieel heten ze getruffeerde kalfschnitzels, maar als u met mij één blik op het resultaat werpt, zult u het met me eens zijn. Het lijken sprekend op een tikje geplette gehaktballen. Wel opvallend is dat er kalfsgehakt ingaat, daarvoor moet u toch echt bij de slager zijn. En, nog iets opmerkelijks voor de geoefende ballendraaier, er gaat geen ei in. Wel slagroom. En dat levert mooie smeuïge ballen op. Oja, en niet te vergeten een scheutje truffelolie voor het lekker, hoewel – ik heb het voor u nagevraagd – truffels niet echt in het wild voorkomen in Oostenrijk. Dat mag de pret niet drukken.
Nodig voor 4 personen:
800 g kalfsgehakt
125 dl slagroom
2 eetl gehakte verse peterselie
3 eetl bruine boter (zie uitleg)
Minischeutje truffelolie
Handje broodkruim
Zout en peper uit de molen
Bruine boter: Doe boter in een steelpan, zet op laag vuur en laat mooi hazelnootbruin kleuren. Haal uit de pan en laat weer stevig worden.
Verder is het recept een wonder van eenvoud: doe alle ingrediënten in een kom en meng goed door elkaar. Altijd goed kneden, dan krijg je ballen die niet uit elkaar vallen. Kneed er platte ballen van en bak die in een pan langzaam aan beide kanten goudbruin in wat plantaardige olie.
Lekker met (uiteraard zelfgemaakte!) aardappelpuree en simpelweg in wat boter gebakken paddestoelen (wij hadden honingzwammen, maar neemt u gerust iets anders). Wie culinair wil doen, giet er ook een zwierig streepje ingekookte balsamico bij. Nee geen jus, da’s niet Weens maar Hollands