Als wij thuis nasi maken, wat met verheugend terugkerende regelmaat voorkomt, dan is dat altijd met sambal goreng boontjes volgens de aanwijzingen van Beb Vuyk. Gisteren had ik het over de nieuw verschenen editie van haar onvolprezen Groot Indonesisch kookboek, dat na veertig jaar aan z’n negenendertigste druk toe is.
Nodig voor 2 personen:
250 g sperziebonen
3 eetl ui, gesneden
1 teentje knoflook
1 theel sambal trassi (of 1 theel sambal oelek + ½ theel trassi)
1 theel laos
1 theel Javaanse suiker
1 spriet sereh
1 salamblaadje
1/8 blok santen
2 eetl olie
wat zout
Snij de gewassen bonen in stukjes. Wrijf de ui, knoflook, sambal en laos met de suiker en wat zout tot een brij (Gek genoeg zie ik nu pas dat er in het recept niet bijstaat hoe je dat doet. Ik gebruik een Indonesische cobek, zo’n zware wrijfsteen. Alleen dan krijg je een mooi nat prutje). Fruit dit prutje in de olie tot de uien geel zijn. Voeg de bonen, santen, sereh, salamblaadje en 1 dl water toe. Laat met deksel op de pan stoven tot de bonen gaar zijn. Verwijder voor het opdienen de sereh en het salamblaadje.
P.S. Die sereh en salam wil ik zelf nog wel eens achterwege laten omdat ik die – in tegenstelling tot de rest van de ingrediënten – niet standaard in huis heb. Ik weet niet of ik het van mevrouw Vuyk mag zeggen, maar ik vind het gerecht dan nog steeds heel lekker.
Dit recept komt uit het Groot Indonesisch kookboek (uitgeverij Kosmos), lees hier de recensie.