Afgelopen zaterdag ging het in de Heimweekeuken over oma’s Boffer (ook wel poffer genoemd), en prompt valt er een boekje in de bus waarin de poffer in maar liefst vier varianten ter sprake komt. Eigenlijk zijn het twee boeken: Sonnie, de weggelopen roti-pannenkoek is een omdraaiboek met aan de ene kant een voorleesverhaal voor kinderen over de een beetje dik uitgevallen Surinaamse roti Sonnie die verzeild raakt in Nederland en daar allerlei avonturen meemaakt. Als je het boek omdraait, begint aan de andere kant een kinderkookboek, getiteld Sonnie’s Recepten met 70 pannenkoek-achtigen uit meer dan 40 verschillende landen. Een vierkant boek met een trendy lekker dik aanvoelende zachte kaft die nogafwasbaar is ook.
Kook-en leesboeken
Het verhaal en de recepten zijn van Diana Dubois, die met haar eigen Rotterdamse uitgeverij Dubois een patent lijkt te hebben op originele kook- en leesboeken. Eerder verschenen al Prijatnogo appetita! (Russische recepten gelardeerd met citaten uit de Russische literatuur), Wittebrood in rode wijn (een geromantiseerde biografie van Erasmus met Middeleeuwse recepten) en Wat de Surinaamse pot schaft (eveneens een dubbelboekje, maar dan Suri-chicklit met Surinaamse recepten). De vrolijke illustraties zijn dit keer van een bijna-naamgenote, Diane van Dijk.
Micronesië
Nooit geweten dat de pannenkoek zoveel familie heeft. Flensjes, poffers, poffertjes, ja zelfs soep met pannenkoeken komt voorbij in meerdere soorten en maten. En bekende buitenlandse varianten als blini’s, palacinka en crumpets. Alles wat gebakken kan worden mag meedoen. Zelfs de Spaanse tortilla, wat feitelijk meer een omelet is, want er gaat geen meel door. Enfin, een kniesoor et cetera. Ook heel veel pannenkoektypes waar ik nog nooit van gehoord had, zoals de dorayaki uit Japan, de lemsemen uit Marokko en de pikelet uit Australië. Er is zelfs een broodvruchtpannenkoek uit het mij volledig onbekende Micronesië. En ik geloof trouwens ook niet dat ik ooit ‘ 1 rijpe broodvrucht (500 gram)’ heb mogen aanschouwen.
Snufje of mespuntje
De recepten zijn toegankelijk geschreven voor kinderen, al kan ik me voorstellen dat die zich een hoedje schrikken bij de enorme lijst benodigde spullen (‘Dit zet je klaar’) van (bijna altijd) koekenpan tot en met blikopener, snijplank en mesje. En dan moet de ingrediëntenlijst (‘Dit heb je nodig’) nog komen. Achterin staat zelfs een lijst met moeilijke woorden, waarin niet alleen wordt uitgelegd wat een koekenpan is, maar ook katsuobushi en koriander. Zelfs wat het verschil is tussen een snufje (=wat je tussen de topjes van je duim en wijsvinger kan vasthouden) en een mespuntje (= 3 snufjes). Handig.
Poffers
En om terug te komen op de heimweekeuken: hoe zit het nou met die poffers uit Friesland of Groningen? Hier vind ik weer een heel andere herkomst: “Poffers zijn de dikste en grootse pannenkoeken die er bestaan. Een poffer is een witte reep stof, die in het midden versierd is met een dikke laag witte bloemetjes. Deze bloemetjes zijn gemaakt van kant. De versierde reep hoort bij een prachtige muts, die vroeger in Brabant tijdens boerenfeesten werd gedragen door vrouwen. Door de dikke laag bloemetjes lijkt de muts heel erg op een dikke pannenkoek.” Weer iets heel anders dus, die poffer blijft verbazen. En dan staan er ook nog vier recepten bij, van knakworstpoffer (uit de koekenpan), een Amerikaanse ‘Dutch baby’, een Finse poffer uit de oven en een maïsmeelpoffer uit Aruba.
Diana Dubois, Sonnie, de weggelopen roti-pannenkoek, uitgeverij Dubois, € 19,90