En ja hoor. De buurtjes zijn weer terug van herfstvakantie. Die wordt steevast met het hele gezin gevierd op Terschelling. Vast onderdeel van het vakantiegebeuren is het zelf plukken van cranberries, hoewel ik de Nederlandse naam lepeltjesheide zoveel idyllischer vind. Vroeger kreeg ik dan na verloop van tijd een potje cranberryjam met fraai zelfgefrutseld etiketje, maar sinds ik ‘iets met koken doe’ krijg ik gewoon doodleuk een berg bessen en moet ik het zelf maar uitzoeken. Maar dit jaar wel in een kek mandje. ‘Maar dat wil ik welgraag terug hoor’, riep het buurmeisje nog.
Ken je dat beroemde verhaal van de oorsprong der cranberries in onze contreien? Deze Amerikaanse veenbes hoort helemaal niet thuis in onze streken. Maar het schijnt dat er ooit, alweer ergens in 1868, een schip met besjes verging ter hoogte van de eilanden. Een strandjutter op Terschelling stuitte op een aangespoeld vat dat hij vervolgens gretig opende, hopende op wijn. Maar nee. Het bleken helaas rottende besjes. Teleurgesteld gooide hij de inhoud in de duinen. De besjes begonnen te kiemen, werden plantjes, de plantjes kregen weer nieuwe besjes en sindsdien zitten ze er op Terschelling maar mooi mee opgescheept.
En wat doet een mens met cranberries? Taart bakken natuurlijk.