Om de een of andere reden heb ik het de afgelopen tijd alsmaar met mensen over aardappelpuree uit een zakje. Met een journaliste van Volkskrant magazine (die doet het wel eens! foei!) en met de hoofdredacteur van Delicious (die doet het nooit, nooit, nooit!) en met een zaal vol culinair journalisten (idem). Ik zit overduidelijk in het nee-kamp. Laat ik het nog eens ondubbelzinnig zeggen: aardappelpuree uit een zakje smaakt naar niks. Zeker niet naar aardappel.
De 5 gouden pureeregels
En dat terwijl er niets makkelijkers én lekkerders is dan een zelfgefabriceerd pureetje. Zelfs doorgewinterde linkshandige keukenklunzen kunnen het. Het geheim van een goede puree is simpel:
1. Snij de aardappels in gelijke stukken (dan worden ze ook tegelijk gaar, anders krijg je klonten in je puree)
2. Gebruik een pureeknijper. Nee dat is geen onzinnig keukenattribuut voor hyper-culi’s, maar een vreugdeverschaffend instrument dat zorgt voor extreem luchtige puree. Maar goed stampen met een pureestamper kan ook.
3. Gebruik nevernooit een mixer of keukenmachine, dat wordt behangplak.
4. Echt lekkere aardappelpuree behoort smeuïg te zijn. En dat lukt alleen door toevoeging van ruime hoeveelheden roomboter en slagroom danwel – voor de iets lightere variant – melk.
5. Verwarm de melk/room en laat de roomboter erin smelten, dan blijft je puree lekker warm.
Gewoon of lila
Ik mag zelf graag truffelaardappels gebruiken (ik zag ze alweer bij de groenteboer), maar gewone gele aardappels kan ook. Wel altijd kruimige nemen, geen vastkokers. Mocht het u nu nog altijd te ingewikkeld lijken: ik heb ook nog een filmpje Aardappelpuree.