Het leuke van jureren van een frambozenwedstrijd is allereerst natuurlijk dat je op een zonovergoten terrasje allerlei lekkere toetjes mag proeven die met zichtbare liefde in elkaar zijn gezet. Maar een extra incentive is dat ik tot nu toe elke keer een emmer met 9 kilo frambozen mee naar huis krijg.
Steevast een emmer waar ooit ‘Vleessalade’ in gezeten heeft. Zou het frambozenechtpaar Carlo en Henny in het geheim saladegrootverbruiker zijn, of hebben ze een deal gesloten met een saladeboer die van zijn emmers afmoet? Enfin, de volgende keer moet ik het toch eens navragen.
Voor de geïnteresseerden, de frambozensoort betreft Tulameen. Ook wel Kabouterhoedjes genaamd vanwege de puntmutsvorm. Alhoewel je die in met name de onderste regionen van mijn emmer niet zo goed meer ziet.
Mocht het wat rustig op dit blog zijn, dan weet u hoe het komt: ik sta namelijk in de keuken met mijn frambozen. Om te beginnen: jam, jam en nog eens jam.