(4 personen)
Bereiden: 30 minuten
Caipirinha is eigenlijk een Braziliaanse cocktail op basis van Cachaça, een suikerrietdistillaat dat vergelijkbaar is met witte rum. Gecombineerd met Italiaanse zabaglione, Hollandse frambozen en zelfs een handje nootachtige rucola (!) krijg je een verrassend toetje waarbij zoet, bitter en fris zorgen voor een zomerse smaakexplosie.
Nodig:
300 g frambozen
Zabaglione:
5 eidooiers
5 el suiker
0,5 dl Cachaça
Crusta (suikerrandje):
25 g witte chocolade met rijst & nootjes
rasp van 3 limoenen
1 handje rucola
25 pistachenoten (ongezouten)
3 tl suiker
2 opgeklopte eiwitten
- Crusta: Rasp de limoenschil fijn.
- Hak de chocolade, rucola pistachenootjes fijn.
- Meng met de limoenrasp en suiker.
- Haal de randen van vier mooie cocktailglazen door het opgeklopte eiwit.
- Doop de glazen al draaiend in de crusta.
- Verdeel de frambozen over de glazen.
- Zabaglione: Breng een pan met een bodempje water zachtjes aan de kook.
- Meng in een kom de eidooiers met de suiker.
- Zet de kom op de pan (het water mag de kom niet raken!) en klop met een garde of mixer tot een lichtgeel en schuimig mengsel.
- Haal de kom van het vuur en voeg al kloppend langzaam de Cachaça toe.
- Zet de kom terug op de pan en klop ± 5 minuten tot het een mooi dik mengsel is.
- Haal de kom direct van het vuur en verdeel de zabaglione over de cocktailglazen.
Serveren:
Direct! Met de rest van de crusta als garnering erover.
Dit is de korte versie van het recept. Zie de printversie (pdf) voor uitgebreide toelichting en extra tips voor het maken van een succesvolle zabaglione!