Gisteren om deze tijd zat ik heerlijk midden tussen de kersen in een boomgaard. Ik dacht in de Betuwe (tja, bij fruitbomen denk ik automatisch aan de Betuwe), maar het bleek in de Kromme Rijnstreek. Kromme Rije, zeggen ze zelf. Organisator was het jubilerend tijdschrift Bouillon.
Will en Anka Jansen, drijvende krachten achter dit inmiddels vijfjarig gastronomisch magazine hadden hun freelance auteurs en ambassadeurs (lees: bouillon een warm hart toedragende restaurateurs en winkeliers) uitgenodigd voor een lunch bij restaurant De Pronckheer in Cothen, georganiseerd bij de overbuurman, namelijk de kersenboomgaard van Theo Vernooy.
Ach, wat is het leven toch heerlijk op een zonnige middag tussen de mudvolle kersenbomen, en dat omringd door mensen die allemaal ‘iets’ met eten hebben. Dat is echt veruit het leukere deel der mensheid hoor, kan ik u verzekeren.
De lunch bestond uit eerst een kopje bouillon uiteraard, toen gerookte harder, brood met goddelijk lekkere boter (met gehakselde courgettebloemen en knisperzout? ik ben het helaas vergeten te vragen), zeldzaam malse Sandenburger reebok en dito lammetje, tussendoor rondleiding door de boomgaard en met zelfgestookte kersengrappa geflambeerde kersen met ijs toe. Oja, en natuurlijk volop kersensap, kersenbier, kersenthee en vooral heel, heel veel kersen los uit het handje.
Ik had graag ter afsluiting nog een dutje gedaan onder zo’n boom, maar dat was lastig, want ergens bovenin een toren stond een nijvere jongeman druk te rammelen aan touwtjes die aan alle boomtoppen geknoopt waren met blikken vol – uiteraard – kersenpitten om de hongerige spreeuwen op afstand te houden. Ook weerklonken er om de haverklap luid ingeblikte vogelgeluiden, van roofvogels en gestresste spreeuwen. Tja, je moet wat, als kersenboer. De komende dagen meer ins en outs uit kersenland.