Met militaire precisie storten we ons op de fotografie voor mijn kookboek. Er ligt een stapel uitgeprinte recepten die chef Edgar en ik stuk voor stuk bereiden in de keuken, vervolgens kiezen we een bordje, schaaltje of pannetje uit en geven het geheel door aan fotografe Sacha, die ingeklemd tussen sofa, boekenkast en televisie haar apparatuur heeft geïnstalleerd. Daarbij en passant de stekker uit de video trekkend, die nu waarschijnlijk weer helemaal opnieuw geprogrammeerd moet worden, maar dat ontdekken we gelukkig pas veel later. ‘Als we het nou eens zó doen…’
‘Ja, en dan hier een beetje meer dinges…’ ‘We kunnen het natuurlijk ook omdraaien en dan zus en zo…’
Moet het bordje iets meer linksom of rechtsom? Doen we er een gezellig ondergrondje onder uit de stapel servetten en tafelkleedjes? Moet er nog een blaadje koriander bij of een fleurig stukje tomaat? Met een penseeltje wordt hier en daar wat glimmende olie opgesmeerd om het er allemaal nog appetijtelijker uit te laten zien. Zelfs de plantenspuit komt er aan te pas voor een fris waasje. Maar vergis je niet: alles is eetbaar. De tijden van haarlak in de foodfotografie liggen definitief achter ons. Om dat te bewijzen worden de inmiddels bereide gerechten bij de lunch vol smaak verorberd. ‘Ach, wat is dit lékker!’ verzucht Sascha bij elke hap. Kijk, zo heb je nog eens eer van je werk. Lees morgen verder.