Herman den Blijker is een fenomeen. Zijn televisieprogramma’s zijn een grote hit, RTL heeft hem naar verluidt weer voor een aantal jaren laten bijtekenen, en zijn horeca-imperium groeit en bloeit. Zojuist verscheen zijn nieuwe kookboek met een titel die recht evenredig lijkt aan de omvangrijke gestalte van de maker: Herman. Kijken, knijpen, voelen, ruiken, proeven, koken en eten. Het is bovendien een zeer plastisch boek geworden. Alsof Herman met een dictafoontje door de wereld is gedenderd en een radeloze typiste de boel uit arren moede maar letterlijk heeft overgenomen. Een restaurant is een zaak, eten is vreten, een hoofd is een kop danwel kanis, even wordt effe en iets is nooit zomaar lekker, maar ‘achterlijk lekker’. Of ‘ik ben platgegaan voor die krengen’. ‘Shit, dacht ik, dit gaat uit de klauwen lopen’, ‘een bakkie doen’, ‘knoerten van oesterbars’, ‘een vreetgrot met gewelven’, ‘zuipen’, ‘beulen’, ‘beuken’, obers die ‘sjouwen met schalen vanuit een loei van een keuken’. Zelfs de hoofdstuktitels doen er aan mee: slobberen, koppensnellen, zwoegen. Je moet er van houden, noteert de keurige recensent met zuinig mondje.
Liefdesverklaring
Het boek wil een combinatie zijn van een basiskookboek, verhalenboek en een naslagwerk. In zijn onvermoeibare zoektocht naar de allerbeste kwaliteit scheurt Herman de aardkloot over en wij lezers mogen mee op excursie langs zijn vaste adresjes in binnen- en buitenland. Kwaliteit, het woord buitelt van de pagina’s. De beste vis, het beste (gerijpte) vlees, maar ook de lekkerste wijn en de scherpste messen. Het boek is één grote lofzang op Herman’s vaste leveranciers, of het nu gaat om een groot champagnehuis of een kleine messenfirma. Herman houdt van zijn vakmensen en probeert dat in de vorm van interviews en anecdotes over te dragen op de lezer. Zo is de passage over ‘zijn’ slager Piet van den Berg een regelrechte liefdesverklaring.
Vaktermen
Veel leesbare educatie in de vorm van de New Yorkse oestergeschiedenis, de herkomst van de term bouillabaisse of het verschil tussen een Oosterscheldekreeft en een Canadese. Een pleidooi voor het gebruik van blije kippen, maar ook van foie gras. Tips over hoe je het beste vlees koopt, zelfs in Nederland niet-gangbare biefstuksnijwijzen zoals de bavette en de omloop. Veel vaktermen passeren de revue, zoals vlees dat leegloopt of doorslaat, maar liefst altijd op de draad gesneden is. Kijk, daar had ik nou wel wat foto’s bij gewild. Liever dan wéér zo’n pittoreske foto van Herman die inclusief zijn onafscheidelijke sigaar ergens ginder in de verte staart.
De beginnende thuiskok
Dat brengt me meteen bij de vraag voor wie dit boek bedoeld is. Ik zie de gemiddelde televisiefan nog niet aan de slag met gebakken ossenstaart met artisjokken en dragonglacé of het tempereren van chocolade. Voor de beginnende thuiskok bevatten de recepten vol kreeft, patrijs en instructies voor het gebruik van de eendenpers toch wat weinig praktische uitleg. Maar een intrigerend boek is het wel, zeker voor vakidioten waar ik mezelf ook toe reken. En ach, de ware fan maakt het waarschijnlijk niets uit. Die is toch wel dol op Herman.
Herman den Blijker, Herman. Kijken, knijpen, voelen, ruiken, proeven, koken en eten, uitgeverij Kosmos, € 29,95