Het allerlekkerste zout dat er is heet fleur de sel. Te koop in potjes de hypermarché, maar ook in zakjes in lokale winkeltjes, vooral in Bretagne en het Zuiden. De bekendste zoutwinbassins liggen namelijk in Guérande (Bretagne) en de Camargue (Middellandse Zee). De bassins worden gevuld met vers zeewater en na het verdampen blijven uiteindelijk de zoutkristallen over. Helemaal aan het begin van het verdampingsproces ontstaat er, naar verluidt alleen bij een bepaalde windrichting, een flinterdun vliesje op het water. Dat is de fleur de sel (letterlijk: ‘bloem van zout’) die er met de hand afgeschept wordt.
Vanwege de tijdrovende klus en de lage opbrengst (1 kilo fleur de sel per 35 vierkante meter) is het niet goedkoop. Maar ach wat een fijne structuur en delicate geur! Dit is natuurlijk geen zout om in de pan met pastawater te gooien. Fleur de sel komt het best tot z’n recht door op het laatst met de vingers een klein beetje over een gerecht te strooien. Zo wordt zelfs de meest alledaagse salade ineens een culinaire belevenis. Of wat vlokjes over kort gebakken coquilles…
Meer weten over soorten zout? Lees dan hier.