In de boekhandel struikel je over de stapels en ze gaan als warme broodjes. En dat terwijl The truth about food een boek is naar aanleiding van een Engels televisieprogramma dat hier nog niet eens op de buis is geweest. Kennelijk is er een gevoelige snaar geraakt. Zou het zijn omdat de gemiddelde consument het spoor inmiddels bijster is? Ooit vaststaande gegevens blijken plots volledig omgedraaid. Spinazie en vis mag nu ineens weer niet, terwijl een ei per dag – jarenlang verguisd – nu toch geen kwaad blijkt te kunnen. En moet je nu wel of niet 2 liter water per dag wegwerken? Televisiemaakster Jill Fullerton-Smith deed twee jaar lang onderzoek naar feiten en fabels rondom eten.
Prangende kwesties
Het boek is slim ingedeeld in zes hoofdstukken (naar analogie van de 6 afleveringen) rondom prangende kwesties als hoe blijf je gezond, slank, sexy, jong en aantrekkelijk. Waar Harold McGee de wetenschappelijke benadering kiest, is dit boek vooral bedoeld als makkelijk leesvoer. In jip- en janneketaal word je aan de hand meegenomen langs diverse, vaak vermakelijke, experimenten en veel losse kaders met extra info en uitleg. Na elk hoofdstuk worden de feiten nog eens overzichtelijk voor je samengevat zodat ook de zappende lezer bediend wordt.
Kinderen aan de broccoli
Ook wanhopige ouders vinden baat bij het hoofdstuk over eten & kinderen, zoals bekend niet altijd een rozengeurige combinatie. Hoe krijg je kids aan de broccoli en maak je ze helemaal gek van verlangen naar … rozijntjes. Hier vind je het. Alleen dat wondermiddel tegen een kater, dat hebben Jill & co niet kunnen vinden.
Tryptofaan
Overigens blijft het voor de leek af en toe lastig om door de technische termen heen te ploegen. Hoe toegankelijk alles ook is opgeschreven, het gaat je na verloop wel duizelen van alle microglia, flavonoïden, allicine, bifidobacterium, carnosine en phenylethylamine. Wat was nou ook alweer glycoceen? En tryptofaan? Niet echt mijn kopje thee. Over kopjes thee gesproken, de Engelse herkomst van het boek blijkt uit de dieettips: witte bonen in tomatensaus op toast als diner en roerei met spek als ontbijt. Mager spek, dat wel.
Handvol proefkonijnen
Overigens valt aan het wetenschappelijk verantwoorde karakter wel wat af te dingen. De experimenten zijn vaak met hele kleine aantallen van slechts een handvol proefkonijnen. En opmerkingen als ‘Na het weglaten van twee vreemde resultaten bleek het echter om een verbetering van 9% te gaan’ klinken ook niet overtuigend. Of een experiment wat helaas het tegendeel bewijst van de aannames: ‘Hoewel ons experiment een ander resultaat laat zien, tonen de meeste onderzoeken aan dat cafeïne het prestatievermogen kan vergroten’. Dus of dit nu echt de ultieme waarheid over eten is…?
Conclusies:
Eet vooral blauwe bessen, knoflook, tomaten, broccoli en drink rode wijn. Waarom? Dat moet je zelf maar lezen.
Naschrift: inmiddels is het programma begin 2008 op de Belgische televisie uitgezonden. Lees hier.
Jane Fullerton-Smith, The truth about food, eerlijk over eten, A.W. Bruna uitgevers, € 24,95