Een snoekbaars is heel iets anders dan een snoek. Waarom ‘ie dan zo heet? Joost mag het weten. Het is een van oorsprong Russische vis die in 1885 werd uitgezet in Duitsland, flink doorzwom en in 1889 voor het eerst in Nederland werd gesignaleerd. Eigenlijk hebben we er gewoon geen naam voor. In het Duits heet ‘ie Zander, in het Frans Sandre. Het Alkmaardermeer ziter vol mee.
De snoekbaars zit namelijk graag bij de overgang tussen diep en ondiep water. Het Alkmaardermeer heeft forse geulen van 15-25 meter diep. Toch blijft vissen lastig, want je moet als visser maar net inschatten waar je precies je netten hangt. Bovendien is het visseizoen maar kort: van oktober tot en met maart. Daarna is het paaitijd en wordt er niet gevist.
Snoekbaars is een roofvis met een fraaie serie tandjes. Maar hij houdt niet zo van herrie, zo heb ik net geleerd van zoetwatervisser Hein Dil: ‘Schaatsen zou verboden moeten worden, daar schrikken de vissen ontzettend van.’ Aan de andere kant: dan zijn ze wel weer makkelijker te vangen. Hetzelfde geldt voor plotselinge weersveranderingen of onweer, dan zwemmen ze zo de netten in.
twee snoekbaarzen en een brasem
‘Da’s een twee komma drie.’ Hein Dil van de firma Dilvis ziet meteen hoe zwaar een vis is. De vis is overigens aan de Nederlander niet besteed. Zoals helaas geldt voor bijna alle vis. De snoekbaarzen gaan dan ook linea recta naar het buitenland. Wat vanochtend wordt gevangen, ligt dezelfde avond nog in voedselgroothandelsmekka Rungis bij Parijs. Fransen blijken van grote vissen te houden (daar kun je mooiere stukken uit snijden), Spanjaarden en Italianen daarentegen weer van kleinere. Je moet het allemaal maar net weten. Opvallend voordeel van de snoekbaars: die kun je rustig twee weken laten liggen (mits niet gestript oftewel van ingewanden ontdaan). Hij blijft kakelvers.
Toch nog even over het verschil tussen een snoek en een snoekbaars. Voor de gemiddelde leek lijken immers alle grote vissen sprekend op elkaar. Tip: een snoek kun je herkennen aan zijn zoete geur die doet denken aan jonge walnoten.