(4 personen)
Bereiden: 20 minuten
Wie kan bij de groenteboer zo’n mooie bos peentjes weerstaan? Kook ze eens met een beetje boter en suiker zodat ze een mooi glanzend laagje krijgen. De karwijzaadjes en sinaasappelrasp zorgen voor een prikkelend fris accent. Karwij (ook wel kummel genoemd) wordt veel gebruikt in stoofpotjes.
Nodig:
1 bos jonge peentjes
½ sinaasappel (alleen rasp)
1 tl karwijzaadjes
1 el suiker
25 g boter
zout
- Snij het loof van de wortels maar laat een klein stukje (1,5 cm) eraan zitten. Was ze. Oudere exemplaren schrappen of schillen.
- Rooster de karwijzaadjes kort in een droge koekenpan.
- Rasp de schil van de (schoongeboende) sinaasappel.
- Laat een klontje boter smelten in een wijde pan waar de wortels in passen. Leg ze erin.
- Strooi de karwijzaadjes erover.
- Zet het vuur hoog en schep de wortels een paar keer om.
- Voeg een klein bodempje water, de suiker en de sinaasappelrasp toe.
- Doe de deksel op de pan en zet het vuur zachter.
- Laat de wortelen beetgaar worden terwijl het vocht verdampt tot een stroperig glanslaagje (zet eventueel het deksel ietsje schuin op de pan).
Dit is de korte versie van het recept. Zie de printversie (pdf) voor uitgebreide toelichting en extra tips!