(4 personen, 1 bakje)
Bereiden: 10 minuten
In de pan: 30 minuten
Denk je bij harissa aan heet spul uit een tube? Dit recept is iets anders: een (niet al te pittige) rode dipsaus waar je van blíjft eten, zo lekker. Specerijen en geroosterde hazelnoten zijn het geheim, daardoor is ‘ie vol van smaak en nootachtig. De paprika zorgt weer voor een zoet accent. Heel makkelijk om te maken, gewoon even laten pruttelen. Ideaal bij lamsgehaktspiesjes, maar ook bij andere soorten vlees, vis, of gewoon op een toastje bij de borrel.
Nodig:
1 rode paprika
1 rode peper
2 handvol hazelnoten
2 knoflooktenen
2 el komijnzaadjes
1 el korianderkorrels
1 el karwijzaadjes
zout
olijfolie
- Stamp de komijn, koriander en karwij een beetje fijn in een vijzel.
- Verhit een royale scheut olijfolie in een koekenpan en fruit de specerijen zachtjes aan (2 minuten).
- Snij intussen de paprika in blokjes en hak de knoflook en rode peper in stukjes.
- Voeg de paprika, knoflook, rode peper en wat zout toe aan de pan.
- Giet er 2 dl water bij.
- Laat op middelhoog vuur een half uur rustig pruttelen tot alles zacht is.
- Rooster intussen de hazelnoten in een droge koekenpan goudbruin.
- Hak paprikamengsel en hazelnoten fijn in de keukenmachine/blender (of staafmixer).
Serveren::
Naar keuze lauwwarm of koud in een mooi schaaltje. Lekker bij lamsgehaktspiesjes of op een toastje.
Dit is de korte versie van het recept. Zie de leuke handgeschreven en geïllustreerde printversie (pdf) voor uitgebreide toelichting en extra tips!